actueel nieuws terugklik om pagina af te drukken

Amsterdam, augustus 1991

AUGUSTUS 1991: WETSVOORSTELLEN
AAW en WIW Nadat Minister van Financiën Kok als lid van het toenmalige kabinet Lubbers in de zomer van 1991 zijn plannen m.b.t. drastische wijziging van de WAO bekend had gemaakt, heeft onze directie het initiatief genomen een alternatief plan voor de sociale verzekering op te stellen en aan het toenmalige kabinet en de Sociaal Economische Raad voor te leggen. Op 12 augustus 1991 presenteerden wij deze plannen en in het kort kwamen deze neer op het volgende:

  1. Ziektewet ongewijzigd laten omdat de werkgevers toch geen daadwerkelijke invloed kunnen en mogen uitoefenen op de duur en de controle op werknemers die zich ziek hebben gemeld. Dit is nadrukkelijk - in mijn optiek - een kwestie die alleen de overheid al dan niet daadkrachtig voor haar rekening kan nemen.
  2. afschaffen AAW (toenmalige Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet)
  3. afschaffen WAO (werknemersverzekering)
  4. instellen A.I.W. (Algemene Invaliditeitsverzekerings Wet)
    Dekking voor alle ingezetenen ouder dan 5 jaar zodat ook ouders van invalide kinderen een financiële ondersteuning krijgen voor de verzorging van dat kind. Aangezien deze wet ook recht op uitkering biedt voor mensen die niet werken zoals studenten en huisvrouwen, kunnen deze mensen financieel meer onafhankelijk worden van ouders of partners.
    De door mij beoogde wetgeving zou aan een ieder die met een vorm van blijvende invaliditeit moet leven een uitkering moeten betalen welke gelijk is aan de objectieve medisch te bepalen graad van blijvende invaliditeit. Geboorteafwijkingen, gevolgen van ongevallen of ziekten vallen dus allemaal onder dit systeem.
    Belangrijk: iemand die langdurig arbeidsongeschikt is, kan dat zelf beïnvloeden.
    Echter: Blijvende invaliditeit is niet te simuleren en kan door iedere medische specialist worden vastgesteld zonder rekening te houden met het beroep of de beroepsbezigheden.
    Maximale uitkering per ingezetene bij 75% blijvende invaliditeit of meer: conform bijstandsniveau.
    Is de graad van blijvende invaliditeit kleiner dan 20%, dan bestaat geen recht op uitkering, maar dit percentage kon/kan door opeenvolgende kabinetsbesluiten ook naar boven of naar beneden worden bijgesteld.
  5. Instellen W.I.W. (Wet Invaliditeitsverzekering Werknemers)
    Deze werknemersverzekering dekt het verschil tussen "bijstandsniveau" en voorzover het feitelijke belastbare inkomen in de voorgaande 5 jaren niet hoger is dan b.v. 3 of 4 x "bijstandsniveau".
    Ook hier is geen sprake meer van arbeidsongeschiktheid als uitgangspunt voor het bepalen van uitkeringsrechten.
    Net als bij de A.I.W. geldt dat blijvende invaliditeit de norm is waarmee gerekend wordt.
    Aanvullende keuring is niet nodig: de graad blijvende invaliditeit die vanwege de A.I.W. is vastgesteld, wordt ook toegepast voor het bepalen van de W.I.W. - uitkering.
  6. Behoud van recht op A.I.W. en W.I.W.
    Indien en zodra een uitkeringsgerechtigde inkomen uit arbeid weet te genereren, wordt hij niet gekort op zijn uitkeringsrechten. Daardoor kan een uitkeringsgerechtigde genoegen nemen met een lager salaris dan een "gezonde" werknemer. Dit is goed voor de economie omdat zo automatisch alle beschikbare arbeidskrachten achter de geraniums vandaan te halen zijn: ze kunnen zelfs goedkoper zijn dan een deeltijdwerknemer terwijl ze een volle werkdag mee kunnen draaien.
    Ook als de graad van blijvende invaliditeit groter wordt (bij ziekten met stijgende graad invaliditeit als Parkinson, MS of Rheuma is dat te verwachten) kan de werkgever hem of haar in dienst blijven houden vanwege de dalende salaris-aanspraken.
    Nieuwe aanvullende particuliere verzekeringsvormen
  7. A.O.V. (Arbeids Ongeschiktheids Verzekering) "nieuwe stijl"
    De particuliere verzekeraars kunnen volstaan met het dekken van het risico van arbeidsongeschiktheid indien deze groter is dan de graad van blijvende invaliditeit. Voorbeeld: iemand is machine bankwerker en wordt 20% blijvend invalide als gevolg van rheuma in de handen. Hij ontvangt dan 20% A.I.W. plus 20% W.I.W. ofwel 20% van zijn gemiddelde belastbare inkomen. Hij is echter 45% arbeidsongeschikt om als machine bankwerker te kunnen functioneren.
    Met de door mij voorgestelde nieuwe particuliere AOV kan hij of zijn werkgever zich aanvullend verzekeren voor het verschil tussen 20% blijvende invaliditeit en 45% arbeidsongeschiktheid.
  8. A.W.I.W. (Aanvullende W.I.W.-verzekering)
    Deze particuliere verzekeringsvorm biedt uitkomst voor hen die meer verdienen dan de maximale dekking van de W.I.W. en dekt dus een uitkering gelijk aan het A.I.W.- percentage, te berekenen over de extra dekking tot maximaal de verzekerde omvang per jaar.

De enige reactie die wij op het indienen van mijn plannen hebben mogen vernemen, was van de secretaris van toenmalig minister van Sociale Zaken Minister De Vries (CDA). Deze deelde ons enige weken later mee dat de oorspronkelijke plannen van Minister Kok waren ingetrokken en dat nieuwe voorstellen in bewerking waren.
Alhoewel een aantal van mijn voorstellen wellicht terug te vinden zouden zijn in deze nieuwe wetsvoorstellen, mochten wij ons – zo deelde het Ministerie mij mede - er niet op laten voor staan aan de basis van de gewijzigde wetgeving te hebben gestaan.
Na de presentatie van die nieuwe wetgeving hebben wij inderdaad bepaalde zaken kunnen herkennen, maar in grote lijnen bood de nieuwe wetgeving wederom onvoldoende basis voor een beheersbare en controleerbare sociale (dus breed te dragen) verzekeringsvorm.

Nu het kabinet wederom doende is om te besluiten hoe het nu verder moet met de sociale verzekeringswetgeving, willen wij niet nalaten om de huidige minister van Financiën te herinneren aan het dossier van 1991.
Overigens waren wij indertijd van mening dat de door ons voorgestelde wijziging ook in Europees verband uitvoerbaar en aanvaardbaar zijn.
Wij hebben deze mening nog steeds. Alleen door alle uitkeringsrechten te baseren op objectieve en (ook door de verzekerde) controleerbare medische normen, zal een sociaal vangnet voor invalide personen te handhaven zijn.
Alle andere systemen zullen op termijn steeds verder teruggeschroefd moeten worden en dat leidt weer tot ongewenste onzekerheid voor uitkeringsgerechtigden en hun werkgevers.

Hoogachtend,

Eurolloyd Verzekeringen
Registermakelaar in Assurantiën
H.B. van Ommen RMiA
directeur

 

Reacties (er opent een nieuw venster):

Telegraaf
NRC Handelsblad
De Volkskrant
Assurantie Magazine