actueel nieuws terugklik om pagina af te drukken

 

Het Verzekeringsblad: 7 maart 2002

Hans van Ommen wil scheiding van individuele en collectieve schadeoorzaken

Hans van Ommen, directeur van Lugt Sobbe verzekeringen zendt ons een uitgebreide brief over het probleem van het terrorismerisico. Lugt Sobbe heeft in 1994 de Catastrofe Risico Polis ontwikkeld. Die polis dekt tot een maximum per huishouden of bedrijfslocatie alle schade veroorzaakt door zaken als overstroming, andere waterschade en veel andere 'onverzekerbare zaken',waaronder schade door terroristen. De polis gaat uit van een dekking op basis van premier risque.

Het valt Van Ommen op dat de discussie inzake terroristenschade, zich toespitst op het feit dat die schade niet te calculeren is, omdat die onoverzienbaar is. "Maar", zo stelt hij, "datzelfde geldt natuurlijk ook voor overstroming door zee- of rivierwater, aardbeving, storm, meteorietinslag, ontploffing van (vuurwerk)fabrieken, vliegtuigschade en milieuschade. Allemaal schadeoorzaken waarbij niet slechts een individueel object of persoon getroffen kan worden, maar vele belanghebbenden: het zijn collectieve schadeoorzaken."

Gesteld dat een meteoriet inslaat in een voorstad van Parijs, redeneert Van Ommen, "is de schade dan te berekenen, of wordt de discussie weer overgedaan? En als een chemische fabriek als DSM eens een flinke hoestbui heeft gekregen waardoor heel Limburg is vergiftigd? Is die impact kleiner dan een biologische aanval door Bin Laden? En wat te denken als een kerncentrale in Frankrijk in een tweede Tsjernobil verandert? Is dat dan wel te overzien voor de verzekeraars?"

Hans van Ommen geeft hieronder een aantal suggesties, die alle één doel dienen: het op verantwoorde wijze zoveel mogelijkheid zekerheid aan de consument bieden, zonder dat daardoor de vermogenspositie van een individuele verzekeraar gevaar loopt. Wanneer de visie van Van Ommen aanleiding geeft tot discussie, stelt Het VB haar kolommen daarvoor graag beschikbaar. Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor.

Co-assurantiemarkt
Hans van Ommen: "De verzekeraar die aanbiedt alle risicodekkingen ter plaatse te accepteren doet er verstandig aan om rekening te houden met de kans dat door cumulatie van personenschade en zaakschade een te grote schadelast ontstaat. Dat is dan ook exact de reden waaraan de co-assurantiemarkt haar bestaansrecht ontleent: het spreiden van omvangrijke risico's over vele verzekeraars. Gedurende de afgelopen jaren hebben steeds meer verzekeraars zich teruggetrokken uit de co-assurantiemarkt.

Zij die de co-assurantiemarkt de rug hebben toegekeerd, zijn veelal juist die verzekeraars die de laatste jaren via 'directe tekening' 100% risicodekking aanboden tegen sterk concurrerende premies en voorwaarden. Dit heeft naar mijn mening mede geleid tot een algehele daling van de bedrijfsresultaten ter beurze omdat de makelaars vaak niet achter konden blijven. Thans zitten alle verzekeraars dus met een te laag premieniveau, slechte resultaten en een aanzienlijk cumulatierisico terzake van schade door genoemde 'collectieve gevaren'.

Overigens: ook de trend naar het afsluiten van steeds meer contracten op collectieve basis en tegen een sterk gereduceerd premietarief leidt tot de gerechtvaardigde vrees dat de winstmarge van verzekeraars niet toelaat dat 'collectieve gevaren' deel uitmaken van dergelijke verzekeringsovereenkomsten. Maar dat probleem is m.i. eenvoudig op te lossen door de veel te lage premies vanwege collectiviteit eens flink te verhogen.

Handhaving van een redelijke risicodekking zal dus uitsluitend kunnen plaatsvinden mits men ook andere verzekeraars op de polissen betrekt en dat kan zeer eenvoudig via de co-assurantie markten van Amsterdam en Rotterdam: de Assurantiebeurs.

Ook voor verzekeraars die zich vrij krachtig hebben gemanifesteerd in een bepaald werkgebied zijn via een krachtdadige co-assurantiemarkt mogelijkheden om via participatie oplossingen te vinden. De enorme schadelast die de stormen in december 1999 in Spanje, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Polen hebben veroorzaakt hebben een diep gat geslagen in de reserves van verzekeraars. Velen hebben beleggingen moeten verkopen en het moeten verkopen van beleggingen valt altijd samen met een uit beleggingsoogpunt ongeschikt moment.
Wat voor de storm in Europa geldt, geldt evenzeer voor de vuurwerkramp in Enschede en de Nieuwjaarsbrand in Volendam. Schade veroorzaakt door een aanslag als de 11e september 2001 valt wat dat betreft zeker onder de records.

Echter: bestaan verzekeraars dan slechts bij de gratie van volledige zekerheid omtrent het oneindige voortbestaan van hun eigen vermogen? Waar ontlenen zij dan hun bestaanrecht aan? Immers: indien verzekeraars een aanzienlijke marge mogen maken op het lopen van het risico dat het vermogen schade lijdt, mag ook van hen verwacht worden dat zij schade vergoeden tot zover het vermogen reikt.

Natuurlijk mag men zich dan afvragen wat belangrijker is, de continuïteit van de verzekeraar of de continuïteit van de verzekerden.
Want als de verzekeraar bij voorbaat stelt dat hij hem zijn schade niet wil (!) vergoeden, dan is het voortbestaan van de verzekerden onzeker, terwijl het voortbestaan van de verzekeraar zeker zal zijn.

Wie biedt nu eigenlijk zekerheid aan wie?
Het zou mij werkelijk verbazen als er door middel van co-assurantie geen oplossing te vinden zou zijn voor het risico van cumulatie bij een grote schade. Iedere verzekeraar moet tegenwoordig toch vooraf in staat zijn om het risico van cumulatie (gebouwen, inventaris, personen, bedrijfsschade, ziektekosten, pensioenen, levensverzekeringen) per adres in te schatten!"

Wet Financiële Tegemoetkoming
"De problematiek van dit alles was ook al bekend bij de behandeling van de Wet Financiële Tegemoetkoming bij Rampen en Ongevallen die in 1998 werd ingesteld.
Die wet richt zich weliswaar met name op schade door overstromingen en andere rampen, maar terrorisme is daaronder niet met name genoemd omdat men bij het Verbond van Verzekeraars steeds is uitgegaan van het feit dat schade door terrorisme op gewone polissen is gedekt. Met de instelling van die wet is toen een oplossing gevonden voor vergoeding van onverzekerbare schade door het instellen van een maximum van één miljard gulden per jaar te dragen door de overheid.
Dat is - gemeten naar de omvang van het eigen vermogen van alle schadeverzekeraars, levensverzekeraars, pensioenverzekeraars en zorgverzekeraars in Nederland een bijzonder laag bedrag waarvoor een inspanning van de zijde van de overheid beslist niet nuttig of noodzakelijk is.
Momenteel dekken alle schadeverzekeringen ook schade door storm en meteorieten. Die evenementen kunnen net als overstromingen, aardbevingen en terrorisme onvoorstelbare schade veroorzaken. Van meteorieten is zelfs bekend dat deze gaten in het aardoppervlak kunnen slaan die groter zijn dan de inslag van een atoombom. Toch dekken alle verzekeraars dergelijke schade als de gewoonste zaak van de wereld... tot er een inslag komt natuurlijk. En dan is Leiden in last en moet ook dat weer worden uitgesloten van de standaarddekking.
Ik zie dus nadrukkelijk meer mogelijkheden in het aanbieden van een gecombineerde verzekering voor dit soort risico's, dan door zulke risico's geheel of grotendeels onverzekerbaar te maken en op het bordje van de Overheid te leggen."

Keuze aan consument
"Bij gesepareerd aanbod van verzekeringsdekkingen kan aan de verzekerde een keuze voorgelegd worden: ofwel hij draagt zijn steentje bij aan de pot en heeft daardoor recht op vergoeding van schade door storm, inslaande meteoriet, overstroming en dergelijke, ofwel hij volstaat met een verzekering die uitsluitend het verzekerd belang kan treffen. De keuze is dan nadrukkelijk aan de consument. Aangezien het overheidsinitiatief (Wet Financiële Tegemoetkoming) toch al een zeer ondeugdelijke wetgeving is die slechts heeft geleid tot volstrekte onzekerheid als schade ontstaat die momenteel niet door de gewone verzekeringen zijn gedekt, zou afschaffing van deze wet en instelling van een wettelijke verplichting tot scheiding van individuele en collectieve schadeoorzaken te prefereren zijn.

Een verzekeraar die verzekeringsdekking aanbiedt ter dekking van collectieve schadeoorzaken, zou jaarlijks ten genoegen van de PVK moeten vastleggen welk premie-inkomen hij aldus heeft gerealiseerd. Het kan hier gaan om producten die volle waarde dekken of op basis van premier risque. Een verzekeraar die tenminste 50% van de premie bestemt voor het afsluiten van herverzekeringen, ontvangt daarop een subsidie van 14% over die 50% (en dat staat gelijk aan het afgedragen percentage assurantiebelasting). Of dan nog hulp van de Overheid nodig is vraag ik me af. In het bevestigend geval zou die er als volgt kunnen uitzien:

Iedere verzekeraar die verlies maakt op de portefeuille 'catastrofeverzekeringen' heeft - na bijtelling van de schadevergoeding uit herverzekering - recht op een bijdrage van de overheid en wel tot 100% van de winst die de verzekeraar gedurende de voorgaande vijf jaren heeft gerealiseerd t.a.v. het door hem geboekte resultaat uit catastrofedekkingen zonder toerekening van kantoorkosten.
Gedurende de eerste vijf jaren van de nieuwe wetgeving zou de overheid garant moeten staan voor een overgangsregeling die tot een vergelijkbaar draagvlakmoet leiden. Een verzekeraar die lage premies berekent, loopt dus de kans dat hij slechts een kleine bijdrage van de overheid mag verwachten in geval hij verlies gaat lijden op die portefeuille: het eigen vermogen van de verzekeraar wordt dan dus sneller aangetast. Verzekeringscontracten die onopzegbaar zijn, moeten eenmalig kunnen worden aangepast op wettelijke basis. Alle oude verzekeringscontracten dienen vervolgens een uitsluiting te krijgen voor schade veroorzaakt door collectieve gebeurtenissen. Onder verlaging van de premie en kunnen vervolgens worden uitgebreid met de dekking collectieve gebeurtenissen terwijl daarvoor een separate aanvullende premie in rekening wordt gebracht. De dekking collectieve gebeurtenissen kan d.m.v. premier risque worden gelimiteerd.".