VVP: 4 maart 2005
Het is diep treurig dat er voor kwaliteitsnormering geen
plaats is
Er zijn in de markt
bedrijven actief die dienstverlenend optreden tegenover het intermediair. Daar
is op zich niets mis mee, wij doen dat zelf ook. Het is echter jammer dat het
niet gelukt is om voor deze bedrijven een vorm van kwaliteitsnormering vast te
stellen. Ik heb mij daar sterk voor gemaakt, maar vooralsnog zijn wij het enige
bedrijf dat een gedragscode in het leven heeft geroepen. Het is diep treurig
dat er voor kwaliteitsnormering in dienstverlening geen plaats is:' Hans van
Ommen, directeur van Eurolloyd (voorheen Lugt Sobbe & Co.) kan zich er
nog over opwinden dat zijn initiatief geen navolging heeft gekregen. Sterker
nog, hij heeft de door hem opgerichte Vakgroep Externe Intermediaire Dienstverlening
VElD, die nu als Federatie van KoepelOrganisaties FKO door het leven gaat, verlaten
wegens verschil van inzicht over het te voeren beleid en zijn bestuurszetel
ter beschikking gesteld.
van Ommen raakte als NVAlid vanaf het begin betrokken bij de samenstelling
van een gedragscode over de informatievoorziening wat de dienstverlening
van het intermediair inhoudt, de code die zou leiden tot de GIDI. Hij stelde
voor daarin ook aandacht te schenken aan het belang van de positie van externe
dienstverleners, zoals makelaarskantoren. "Wanneer het intermediair
zegt gebruik te maken van producten die Nationale-Nederlanden of welke andere
bekende verzekeraar dan ook aanbiedt. dan is dat voor de consument wel duidelijk.
Maar een naam als Lugt Sobbe & Co. of Eurolloyd is minder bekend. De
consument mag daar best meer over weten. Dat het om financieel gezonde bedrijven
gaat. De deskundigen hebben in hun wijsheid besloten dat deel uit de GIDI te
schrappen. Dat betreur ik nog steeds. Vervolgens heb ik zelf de GEIDA gelanceerd.
de Gedragscode Externe Intermediaire Dienstverleners Assurantiebedrijf. Zo
kan iedereen kennis nemen van de kwaliteitsnormen die wij onszelf opleggen
en deze controleren. Daarmee hebben wij een signaal aan de markt willen geven
dat er een verschil bestaat tussen het intermediair dat zijn diensten aan consumenten
aanbiedt en het intermediair dat andere tussenpersonen van dienst is.
'Door allerlei financiële debacles in de afgelopen jaren heeft de intermediairbranche
geen goede naam opgebouwd, denk maar aan , Verzekerd Keur en de Hakenberg Groep.
Het ondernemen in verzekeringsland kost je geen cent als je een slecht ondernemer
bent, in tegenstelling tot andere bedrijfstakken. Ongedekte schulden worden
daar absoluut niet kwijtgescholden door de toeleveranciers, maar bij ons geldt
dat anders. Zie je waslijst met faillissementen over de laatste jaren inclusief
de ontslagen medewerkers en de bedragen aan ongedekt negatief eigen vermogen
bij die bedrijven zolang verzekeraars slecht ondernemerschap honoreren met
kredieten, ondermijnen zij bewust de ontwikkeling van een klimaat waarin kwalitatief
hoogwaardige intermediaire dienstverleners kunnen floreren. Wij willen aangeven
eerlijk zaken te doen en daar kan men ons op afrekenen."
Nederlands Indië
Hans
van Ommen kwam 35 jaar geleden in dienst bij het familiebedrijf, als vierde
generatie in de mannelijke lijn. In 1835 werd het bedrijf opgericht door de Amsterdamse
makelaar in assurantiën en de assuradeur Jan Lugt. Later traden de
heren Keppler, Sobbe en Van Ommen als firmanten toe. Na het uitkopen van de
uitgetreden firmanten bleef overgrootvader Van Ommen als enige over. Oorspronkelijk
verzekerde Lugt Sobbe & Co. uitsluitend risico's in Nederlands Oost-Indië. "Zo
werd in de firma een enorme kennis opgebouwd over de gevaren op zee, de overslag
aldaar en het verdere vervoer", aldus Van Ommen. "Ieder eiland in de
archipel had bijvoorbeeld minstens een elektriciteitscentrale.
Die centrales werden hier gebouwd en naar Indië verscheept. Alles rond
die centrales was bij ons verzekerd. Dat heeft geduurd tot kort na de Tweede
Wereldoorlog, toen duidelijk werd dat Indonesië een andere koers ging varen." Na
de oorlog kwam de vader van Hans van Ommen in het bedrijf. Van Ommen Sr. stelde
vast dat er in Indië geen toekomst meer was en ging langs de volmachtgevers
met het verzoek op Nederlandse risico's te mogen tekenen. Met Nederlandse en
buitenlandse volmachten, onder meer van Lloyd's 'underwriters', blies hij Lugt
Sobbe & Co. nieuw leven in. "Mijn vader wilde bovendien niet te veel
op een paard wedden. Hij is begonnen uitgebreide opstal, uitgebreide
inboedel en uitgebreide avp's aan het intermediair aan te bieden. Eigenlijk simple
risks, maar dan uitgebreider. Hij ontwikkelde die samen met professor Schuurmans
Stekhoven, medicus en jurist en een autoriteit in verzekeringsland. Zo begon
onze relatie met het provinciale intermediair."
Carriëre Stop Polis
"Verzekeraars willen het liefst geen schade
uitkeren en Lugt Sobbe was langzamerhand in de markt bekend geworden wat anderen
niet willen, niet durven of niet kunnen verzekeren, te verzekeren", aldus
Van Ommen. "Bovendien,
wat anderen wel willen kunnen wij nooit goedkoper doen. Het betekende
voor ons dus vaker een gang naar Lloyd's. Mijn vader zocht het in de moeilijke
brandrisico's. Veel voorwaarden waren standaard, maar de risico's waren non-standaard.
Dat heb ik later ook opgepakt."
Voordat hij in 1969 in het familiebedrijf
was gekomen, bracht Hans van Ommen de eerste jaren door bij de toenmalige Hollandsche
Lloyd. Hij behaalde zijn A-diploma, branchediploma's en het diploma Gevolmachtigd
Agent en werd beëdigd tot makelaar in assurantiën. Vanaf 1972 hield
hij zich bezig met productontwikkeling. "In de Branchecursus Varia leer
je dat de Ongevallenverzekering een X bedrag dekt bij overlijden, bij blijvende
invaliditeit, voor medische kosten en voor een daguitkering: alles na een
ongeval. Door andere producten - zoals de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
de ziektekostenverzekering of ziekenfonds en de overlijdensrisicoverzekering,
kent de Ongevallenpolis een nutteloos deel. Maar iets wat dat het product niet
dekt is bijvoorbeeld blijvende invaliditeit als gevolg van ziekte. Het effect
is hetzelfde. Of je nu een been verliest door een ongeval of als gevolg
van kanker.
Ik heb er lang over gedaan, omdat het probleem de schaderegeling
is. In 1974 publiceerde de AMA, de American Medical Association, objectieve
maatstaven voor blijvende invaliditeit. Daar kon ik op aansluiten en uiteindelijk
is in 1979 de Carriere Stop Polis gelanceerd. Deskundigen stellen de schade vast
en je kunt het eenvoudig in het boek opzoeken. Bij meer dan vijf procent blijvende
invaliditeit betalen we volgens de norm." Nederlandse verzekeraars zagen
echter niets in het product, zodat Van Ommen zijn toevlucht zocht tot Lloyd's.
Daarna ontwikkelde hij de Voogdij Risico Polis, de Evenementen Risico Polis,
de Catastrofe Risico Polis en nog andere gespecialiseerde verzekeringsvormen.
Automatisering
Terugkijkend op 35 jaar in verzekeringen herinnert Van Ommen
zich talrijke aardige voorvallen. Zo trok hij in het begin van de jaren zeventig
met een caravan door het land om het intermediair te bezoeken. Een ansichtkaart
met schaars geklede jongedames diende om zich bij het intermediair te excuseren
wanneer hij door parkeerproblemen te laat arriveerde. Als belangrijkste wapenfeit
noemt hij zijn belangstelling voor automatisering. "In 1978 heb ik dat
zelf ter hand genomen en zijn we geautomatiseerd volgens mijn inzichten. Daar
ben ik best trots op. Omdat dat nog steeds de basis is waarop wij werken. De
middelen zijn verbeterd en sneller geworden. maar de software is nog hetzelfde.
We waren toen beslist onze tijd vooruit. want we hebben in al die jaren nooit
een conversieslag hoeven maken. Het intermediair dat met ons samenwerkt. is
zeer tevreden over onze dienstverlening. Het heeft veel energie gekost. maar
heeft ons ook veel plezier opgeleverd. Het millenniumprobleem heeft bij ons
bijvoorbeeld nooit gespeeld. Gewoon omdat ik precies wist hoe de software in
elkaar zat".
Polis voor zorgeloos dagje Zandvoort
Lugt Sobbe & Co.
was vroeger bekend vanwege de Regenpolis, in 1921 bedacht door de overgrootvader
van Hans van Ommen. De NS hadden problemen met de bezetting op de lijn Amsterdam-Zandvoort
en wilden de Amsterdammers verleiden wat vaker naar het strand te gaan. Als het
in Amsterdam mooi weer was, hoefde dat echter in Zandvoort niet zo te zijn.
De Regenpolis bracht uitkomst. Door een toeslag van 10 cent op het treinkaartje
te betalen 'verzekerde' men zich van mooi weer. Mocht het in Zandvoort toch regenen
en gaf de regenmeter bij het VW-kantoor een bepaalde regenval aan, dan werd er
een vlag gehesen en was er voor treinreizigers die een kaartje 'met' hadden gratis
koffie met appelgebak en een lunch met uitsmijter. Bovendien konden ze
bij terugkeer in Amsterdam de kosten van het treinkaartje terugkrijgen. "Lucratief
is het nooit echt geweest, maar het was erg goed voor de naamsbekendheid",
aldus Hans van Ommen.
.
|