Verzekeringsblad: 10 februari 2005
BTW : tijdbom onder uitbesteding
Onder deze titel maakten wij in het vorige VB (in de rubriek Verzekerend
buitenland op pag. 50) melding van het advies, gegeven door de Advocaat-Generaal
van het Europese Hof van Justitie. Wanneer het Hof dit advies opvolgt -en dat
gebeurt vrijwel altijd -dan bestaat de kans dat 'serviceproviders' BTW voor hun
diensten moet gaan berekenen.
De Advocaat-Generaal stelt in zijn advies dat niet alle met verzekeringshandelingen
samenhangende diensten zijn vrijgesteld van BTW. De draagwijdte van de vrijstelling
is in de Europese BTW-Richtlijn beperkt tot het door assurantiemakelaars en verzekeringsagenten
verrichte deel van die diensten. Daaronder vallen in de definitie zoals hij die
formuleert alleen die beroepspersonen die zowel met de verzekeraar als met de
verzekerde betrekkingen onderhouden. Volgens de Advocaat-Generaal is de verzekeringsmakelaar
binnen het kader van deze richtlijn gelijk te schakelen aan een tussenpersoon.
Het gaat, zo vervolgt hij, niet slechts om de aard van de verrichte diensten,
maar in de eerste plaats om zijn positie ten opzichte van de personen die hij
met elkaar in contact brengt.
Vrij vertaald zijn het dus de activiteiten van bemiddelaars die vrijgesteld
van BTW en daaronder verstaat de Advocaat-Generaal uitdrukkelijk niet de backoffice-organisaties
aan wie verzekeraars of intermediairs bepaalde werkzaamheden hebben uitbesteed.
Nederlandse zaak
Het Europese Hof is om een uitspraak gevraagd door onze Hoge
Raad, die moet oordelen over een geschil tussen de belastingdienst en Accenture.
Dit bedrijf voert de backoffice van Universal Leven. Concreet verricht Accenture
voor de levensverzekeraar de acceptatie van de verzekeringsaanvragen; de behandeling
van de polismutaties; afgifte, beheer en beëindiging van polissen; de behandeling
van claims; vaststelling en betaling van provisies en opbouwen beheer van automatiseringssystemen.
Accenture, in hetzelfde gebouw gevestigd als de verzekeraar, is van mening dat
al deze handelingen vallen onder de BTW-vrijstelling, vooral omdat het bedrijf
nagenoeg alle met de uitvoering van de werkzaamheden gemoeide dagelijkse contacten
met de intermediairs onderhoudt. In de richtlijn staat immers dat geen BTW verschuldigd
is over "handelingen ter zake van verzekering, met inbegrip van daarmee
samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringsagenten".
Van belang voor de verschillende manieren waarop verzekeraars en intermediairs
zaken uitbesteden is de vraag wat precies moet worden verstaan onder 'samenhangende
diensten'.
Samenhangende diensten
Het begrip is ruim genoeg, zo merkt de Advocaat-Generaal
op, om nagenoeg alle diensten te omvatten die verband houden met verzekeringen.
Maar tegelijkertijd heeft de Europese wetgever deze diensten beperkt tot "het door assurantiemakelaar
of verzekeringsagent verrichte deel van die diensten". Het gaat er dus om
te bepalen of een organisatie aan wie activiteiten zijn uitbesteed onder de definitie
'assurantiemakelaar of verzekeringsagent' valt. "Dat is hier inderdaad het
geval", stelt Accenture. "Onze werkzaamheden komen overeen met die
van een verzekerings-tussenpersoon, met name met die van een gevolmachtigd agent." Ook
een gevolmachtigde is immers belast met het aanbieden, het voorstellen en uitwerken
of het sluiten van verzekeringsovereenkomsten. En ook een gevolmachtigde beheert
die overeenkomsten en keert schadebedragen uit.
In dit verband wijst de Advocaat-Generaal naar een eerder arrest. Daarin
heeft het Europese Hof bepaald dat het begrip 'samenhangende diensten' "enkel
betrekking heeft op dienstverrichtingen van beroepsmensen die zowel met de verzekeraar
als met de verzekerde betrekkingen onderhouden, en dat een makelaar slechts een
tussenpersoon is".
Hij trekt daaruit de conclusie dat het Hof hiermee sterk de nadruk legt op
de externe werkzaamheid van een verzekeringsagent, "te weten zijn positie
van bemiddelaar tussen de verzekeringnemer en de verzekeringsmaatschappij, hetgeen
noodzakelijkerwijs het bestaan van betrekkingen met deze twee partijen inhoudt." Het
essentiële criterium om te bepalen of een persoon een verzekeringsagent
is, zo vervolgt de Advocaat-Generaal: "is dus niet slechts de aard van de
door hem verrichte interne werkzaamheden, maar in de eerste plaats zijn positie
ten opzichte van de personen die hij met elkaar in contact brengt."
Indirect contact met verzekerde niet genoeg
Het directe contact met verzekeraar
en verzekerde ziet 'Europa' als kenmerkend voor de activiteiten van het intermediair
die van BTW zijn vrijgesteld. Dat blijkt uit de reactie op het verweer van Accenture
dat erop neer komt dat zij in contact staat met de verzekerden van de levensverzekeraar,
'aangezien wij indirecte betrekkingen met hen onderhouden'.
De Advocaat-Generaal merkt hieroverop: "Doorslaggevend is mijns inziens
dat een betrekking tussen een verzekeringsagent en een verzekeringnemer noodzakelijkerwijs
impliceert dat de verzekeringsagent als zodanig eigen verklaringen doet aan de
verzekeringnemer, tegenover wie hij als agent optreedt." Het is dus niet
Accenture, maar de intermediairs van Universal Leven die een rechtstreekse band
hebben met (potentiële) verzekerden.
In dit verband is van groot belang de definitie die de Advocaat-Generaal van
de voor BTW vrijgestelde intermediair formuleert:
"Bij de werkzaamheid van de verzekeringsagent moet het gaan om een beroepsmatig
verrichte dienst met een eigen begin en einde i.c en die dus een eigen inhoud
heeft los van de activiteit van de verzekeraar. De werkzaamheid van een verzekeringsagent
kan dus niet samenvallen met die van de verzekeraar voor wiens rekening en, eventueel,
op wiens naam hij optreedt."
Accenture levert slechts een bijdrage aan de economische activiteit van de
verzekeraar en verricht geen andere werkzaamheden dan die welke de verzekeraar
gewoonlijk verricht. De positie van de ACcenture is volgens de Advocaat-Generaal
nog het meest te vergelijken met een onderaannemer van de verzekeraar.
Grote consequenties
Wanneer het Europese Hof van Justitie deze zienswijze van
de Advocaat-Generaal overneemt, en die kans is heel groot, dan heeft dat uiteraard
grote consequenties voor de Nederlandse verzekeringsmarkt.
Het uitbesteden van back office activiteiten heeft de afgelopen jaren een
grote vlucht genomen. Niet alleen door verzekeraars, maar ook door intermediairs.
Door het komende arrest kunnen de daarmee gepaard gaande kosten dus ineens met
bijna 20% gaan stijgen. De vraag is dan welke positie gevolmachtigd agenten die
uitsluitend als back office optreden, moeten gaan innemen. Datzelfde geldt wellicht
ook voor organisaties die werkzaamheden verrichten voor intermediairs, maar zelf
geen rechtstreeks contact hebben met de verzekerden. In elk geval verdient het
aanbeveling dat alle bedrijven die op basis van met verzekeren 'samenhangende
diensten' BTW-vrijstelling claimen, nagaan of zij voldoen aan de hierboven geschetste
criteria.
De visie van Eurolloyd-directeur Hans van Ommen:
"In deze zaak gaat het
om de zogenaamde 'wholesale brokers' : intermediairs die diensten verlenen zonder
dat zij verantwoordelijk zijn voor de individuele verzekeringsdocumenten zoals
deze bij de consument worden aangeboden. Bijvoorbeeld ook om postenbanken, collectieve
inkooporganisaties, franchise- en/of marketingorganisaties en om sommige makelaars
die werkzaam zijn op de internationale verzekeringsmarkten. Indien het begrip
'klant' uitsluitend betrekking heeft op de verzekeringsconsument, dan heeft de
conclusie mede betrekking op de herverzekeringsactiviteiten van vele makelaarshuizen.
Er is dan immers geen sprake van een directe binding tussen de verzekeraar en
de eindconsument."
Hans van Ommen plaatst nog een kritische noot bij deze zaak:
Momenteel worden
de consumenten en intermediairs regelmatig vanuit alle landen op de wereldbol
bestookt met aanbiedingen voor het leveren van financiële
en verzekeringsproducten. Ongecontroleerde verzekeringsmarkten waar men nog nooit
heeft gehoord van BTW of assurantiebelasting bieden ongebreideld hun diensten
aan. Wat mij betreft ligt daar een grotere taak voor de richtlijnen van de EU
dan bij de zoektocht naar het belasten van BTW op intermediaire diensten door
'wholesale brokers'.
JanAikens
.
|