Het Verzekeringsblad: 16 december 2004
Hans van Ommen reageert in open brief aan
kabinet
Verhoging smartengeld en meer gerechtigden
In een open brief aan minister-president Balkenende
en de minister van Justitie Donner reageert Hans van
Ommen, directeur van Eurolloyd Verzekeringen op een
bericht in De Telegraaf van afgelopen vrijdag. Daarin
wordt gemeld dat Donner de veroorzaker van een ongeluk
meer smartengeld wil laten betalen. In het voetspoor
van PvdA en WD staat de minister een wetswijziging
voor waarmee het smartengeldbedrag verhoogd kan worden
en ook de kring van gerechtigden wordt uitgebreid.
Gesteld bijvoorbeeld dat een familielid iemand die
zwaar gewond is geraakt door schuld van een derde,
gaat verplegen en daarvoor zijn baan moet opzeggen.
Dan moet dat familielid in aanmerking komen voor een
volledige vergoeding, dus inclusief de inkomensschade.
Waarbij, als het aan de minister ligt, rekening
gehouden moet worden met eventuele gemiste carrière
kansen. Daarnaast wil de minister de familiekring die
voor zo'n vergoeding in aanmerking komt, uitbreiden.
Nu zijn dat de partner, de ouders en thuiswonende kinderen.
Ook uitwonende kinderen en met het slachtoffer samenwonende
broers en zusters zouden tot de rechthebbenden moeten
gaan behoren, zoals ook de partner met wie het slachtoffer
een lat-relatie onderhoudt.
Wat dit betekent voor de WA-verzekering, met name
op de autopolis laat zich raden. Verzekeraars zullen
de schadelast niet onaanzienlijk zien toenemen, wat
uiteraard gevolgen heeft voor de premiehoogte. Volgens
De Telegraaf heeft de minister (terecht} respect voor
deze familieleden. "De keuze van de verwanten
om hun baan op te zeggen en de verplegende taken op
zich te nemen verdient eerbiedigingen respect." Niemand
zal dat willen tegenspreken. Tegelijkertijd echter
is het verzekerbaar kunnen houden van calamiteiten
van even groot maatschappelijk belang.
Open brief
In zijn open brief wijst Van Ommen
erop dat dagelijks honderdduizenden minder- en meerderjarigen
in Nederland druk in de weer zijn om hun broertjes,
zusjes, ouders, kinderen, grootouders of naasten te
verzorgen. Echter, "de
slachtoffers van een ongeval in het verkeer maken daarvan
slechts een klein deel uit", waarna Van Ommen
een opsomming geeft van de groepen die geen beroep
kunnen doen op de door de minister voorgestelde regeling,
zoals: "slachtoffers van misdrijven, gehandicapten
(al dan niet na een medische ingreep} en personen die
zwaar gewond zijn door een ongeval waarvoor niemand
aansprakelijk is te stellen. "
Ook in al die gevallen is sprake van een grote behoefte
aan langdurige verzorging, schrijft Hans van Ommen. "Feit
is dat in de meeste gevallen geen beroep kan worden
gedaan op de een of andere aansprakelijke partij. Uw
voorstellen leiden tot het verstrekken van een sigaar
uit eigen doos waarbij slechts een zeer klein deel
van de inkomensschade van zulke verzorgers wordt opgelost.
Wij laten hierbij even onvermeld dat het verkrijgen
van een zodanige schadevergoeding in de praktijk bijzonder
veel tijd en juridische kosten vergt: naar onze mening
een vrij zinloze en non-productieve bezigheid. "
Sommenverzekering
Juist van dit kabinet, dat
de eigen verantwoordelijkheid van de burgers voorop
stelt, had Van Ommen een andere strategie verwacht
zo maakt hij de ministers duidelijk. Het zou beter
zijn om een signaal af te geven "dat
men ook zelf een verantwoordelijkheid heeft waar het
gaat om de gevolgen van een handicap. Adequate verzekeringsvormen
die de gevolgen van ongevallen en ziekten dekken in
de vorm van een sommenverzekering bieden ruimschoots
uitkering voor dekking van zulke kosten."
Daarbij stelt hij de vraag hoe het moet gaan met
de familieleden die geen inkomensschade lijden, zoals
huisvrouwen en minderjarigen zonder inkomen. "Hoe
stelt u zich voor dat de schade dan wordt geregeld?"
Jan Aikens
.
|