actueel nieuws terugklik om pagina af te drukken
1E KAMER STEMT OVER WETTELIJKE REGELING TEGEMOETKOMING VOOR ONVERZEKERBARE SCHADE BIJ RAMPEN
Amsterdam, 30 januari 1998

klik hier voor de Wet

In 1994 introduceerde Lugt Sobbe & Co. B.V. als eerste verzekeraar een voor iedereen betaalbare polis voor de verzekering tegen schade door natuurrampen en catastrofes. Onze polis was mede een antwoord op de eerder door de overheid geuitte mening dat het verzekeringsbedrijf deel moet uitmaken van de oplossing rond het verzekeren van natuurrampen. De Catastrofe Risico Polis dekt een scala van regionale en lokale rampen en zo ook natuurrampen tot een maximum van fl. 250.000,- per schadegeval.

BOMAANSLAGEN
Ook zware ongevallen vallen onder de dekking. Clusters van bommen uit de 2e Wereldoorlog, kruiend ijs, aanslagen door terroristen kunnen grote schade toebrengen aan gebouwen en de fundamenten daarvan.

FUNDAMENTEN!
Fundamenten vallen doorgaans niet onder gebouwenverzekeringen en dus dekt onze polis zulke schade wel.

Precies 3 jaar na de introductie van de Lloyd's 'Catastrofe Risico Polis' zal het wetsvoorstel van de Wet Tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen' in stemming komen in de 1e Kamer. Het betreft een wetsvoorstel van Minister Dijkstal.

Ogenschijnlijk vormt de nieuwe Wet een uitstekende en passende aanvulling op de polis van Lloyd's Underwriters. Het wetsvoorstel is gebaseerd op de gedachte dat de Overheid aan haar burgers verplicht is om duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden. Aan de burgers worden talrijke verplichtingen opgelegd.

Maar het wetsvoorstel biedt in geen enkel opzicht zelfs maar de geringste vorm van zekerheid.

  • Niet ten aanzien van de percentuele omvang van de tegemoetkoming.
  • Niet ten aanzien van het financiële maximum van de tegemoetkoming.
  • Niet ten aanzien van het financiële minimun van de tegemoetkoming.
  • Niet ten aanzien van de positie rond uitkeringen van verzekeringen/rampenfonds in combinatie met tegemoetkomingen op grond van de wet.
  • Niet ten aanzien van het te berekenen eigen risico in geld of percentage.
  • Niet ten aanzien van de berekening van de schadeomvang (herstel/verkoopwaarde?).
  • Niet ten aanzien van de het recht op een tegemoetkoming (alleen dekking indien de Minister bereid is heeft de wet van kracht te verklaren).
  • Niet ten aanzien van de regio (alleen nadat de Minister de kadastrale omvang van het schadegebied heeft vastgesteld).
  • Niet ten aanzien van de 'drempel' (de minimale omvang van de door gedupeerden gelden schade).
  • Niet ten aanzien van de buiten de regeling vallende onroerende goederen.
  • Niet ten aanzien van de buiten de regeling vallende vlottende activa.
  • Niet ten aanzien van de buitenlandse investeerders.
  • Niet ten aanzien van de 'Captive' verzekerde ondernemers.
  • Niet ten aanzien van zelfstandigen/eenmanszaken/zakelijke en/of particuliere bezittingen.
  • etc.
Wij vragen ons werkelijk af welke problemen worden opgelost als dit wetsvoorstel wordt aangenomen.

Bestuurders gezocht
Voor de uitvoering van de uit deze wet voortvloeiende verplichtingen wordt zelfs een nieuw instituut in het leven geroepen: De Bijzondere Uitvoeringsdienst (DBU). De dienst moet voorbereidingen treffen om zo nodig te kunnen optreden. Computerprogramma's moeten worden voorbereid en draaiboeken moeten worden gemaakt. De nieuwe organisatie moet voorbereid worden gehouden ('paraat' gemaakt worden) in een periode waarin toepassing van de wet niet aan de orde is. Pas daarna mogen er rampen plaatsvinden. De organisatie moet geregeld worden getoetst op haar inzetbaarheid. De controle op het uitkeringsproces zal geschieden door de departementale accountantsdienst. Voor het reilen en zeilen van deze DBU dienen nog directies, bestuurders en personeel te worden aangezocht. Omtrent de omvang van de jaarlijkse kosten van deze DBU wordt geen duidelijkheid verschaft.

Van onzekerheid verzekerd
Het is niet de eerste keer dat de overheid bij de burger de indruk wekt dat schade door natuurrampen voor rekening van het Rijk komt. Iedere keer als er een natuurramp (aardbeving of overstroming) heeft plaatsgevonden, komt het Rijk met toezeggingen dat er een wettelijk verplichte verzekering komt. Nog in mei 1994 erkende het Rijk dat het definitief niet gelukt was om dat doel te bereiken. Na 10 jaar van investeringen in tijd, software, statistieken en productontwikkeling introduceren wij dan in 1994 de Catastrofe Risico Polis. Alle verzekeraars in Nederland werden vooraf uitgenodigd om aan de dekking deel te nemen.

Een half jaar na de introductie van onze Catastrofe Risico Polis sloot Minister Zalm een verdrag met het Verbond van Verzekeraars. Het betrof een hoogst onuitvoerbaar 'convenant'. De talrijke bezwaren die wij tegen de betreffende aanpak hadden, hebben wij indertijd samengevat in het stuk 'bezwaren tegen de marsroute rond het convenant'. Mede op grond van de door ons verzamelde bezwaren, heeft de Raad van State over het toenmalige wetsvoorstel negatief advies uitgebracht. Als direct gevolg van het advies heeft Minister Zalm het wetsvoorstel ingetrokken.

'VAN ONZEKERHEID VERZEKERD' is ook de naam die wij hebben gegeven aan het bijgaande stuk, waarin een eerste reactie wordt gegeven op de eerst thans aan ons bekendgemaakte wetsvoorstellen.


Meer over Lugt Sobbe & Co. B.V. danwel over rampenverzekeringen:
www.lugtsobbe.nl/catastrofe/
www.lugtsobbe.nl/nieuws/
www.lugtsobbe.nl/nieuws/rtv/rtv7feb95.html

VAN ONZEKERHEID VERZEKERD

  1. RAMP OF GEEN RAMP (artikel 3 van het wetsvoorstel)
    Of er een ramp heeft plaatsgevonden, wordt nadien bij Ministeriële regeling bepaald. Heeft de Minister vastgesteld dat er een ramp heeft plaatsgevonden, dan wordt tevens de omvang van het schadegebied bepaald. De wet kan ook van toepassing worden verklaard op rampen van andere orde zoals bij een explosie van bommen uit de 2e Wereldoorlog, een aanslag door terroristen, een ondergelopen binnenstad nadat de openbare waterleiding is gesprongen. Een kernramp of een milieu-ramp.

  2. GEDEKTE RAMPEN (artikel 1 van het wetsvoorstel)
    In eerste instantie beoogt de nieuwe Wet gedupeerden financieël bij te staan in geval rechtstreeks schade wordt geleden door een ramp of een zwaar ongeval. Daaronder wordt verstaan:
    1. zoet water stromende over wettelijk bepaalde waterkeringen;
    2. zoet water stromende door deze waterkeringen indien deze zijn bezweken;
    3. het buiten de oevers treden van andere wateren binnen Nederland, waar bedoelde waterkeringen ontbreken;
    4. aardbeving van minimaal 4,5 op de schaal van Richter; Slechts bij Koninklijk Besluit kan het ook van toepassing worden verklaard op overstromingen door zout water.


  3. NIET GEDEKT (artikel 1 van het wetsvoorstel)
    De nieuwe Wet omvat nadrukkelijk GEEN financiële tegemoetkomen voor vergoeding van schade of kosten:
    1. waarvoor een gedupeerde zich had kunnen verzekeren; (zoals hij had kunnen doen met een Lloyd's Catastrofe Risico Polis);
    2. waarvoor een gedupeerde uit andere hoofde een tegemoetkoming in de schade heeft verkregen of kan verkrijgen; (b.v. van het Rampenfonds);
    3. veroorzaakt door water stromende over of door:
      • waterkeringen gelegen langs de Noordzee;
      • waterkeringen gelegen langs de Waddenzee;
      • waterkeringen gelegen langs de Westerschelde tot en met de stormvloedkeringen in de Nieuwe Waterweg;
      • waterkeringen gelegen langs de Oosterschelde; alsmede het overlopen of bezwijken van andere waterkeringen als direct gevolg van het overstromen of bezwijken van genoemde waterkeringen.


    WOLKBREUKEN of HAGELSTENEN ALS EIEREN ZO GROOT
    (www.lugtsobbe.nl/catastrofe/catastrofe1.html). Standaard brandverzekeringen voor b.v. bedrijfsgebouwen dekken rampen als wolkbreuken en hagelstenen niet. Toch biedt het wetsontwerp geen soelaas in geval van regionale of plaatselijke overstromingen veroorzaakt worden door hevige regenval, alsgevolg waarvan water via de openbare weg of via rioleringen binnenstroomt in gebouwen. Ook niet in geval van hagelschade aan vaste activa zoals daken, luifels en lichtreklames.

  4. DE VERGOEDINGEN (artikel 4 van het wetsvoorstel)
    particuliere gedupeerden komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in:
    1. materiële schade aan de permanente woning, woonwagen of woonschip; Schade aan andere particuliere eigendommen zoals vakantiehuis, berging, tuinhuis, loods of vrijstaand garagegebouw blijken niet onder deze definitie te vallen.
    2. materiële schade aan de inboedel van de permanente woning; Schade aan andere particuliere eigendommen zoals wa-verzekerde motorrijtuigen, tuin-ornamenten, beeldende kunst buitenshuis, aanlegsteigers, schepen/jachten te water en op het land alsmede eigendommen in beheer bij derden of opgeslagen in andere gebouwen lijken buiten de wet te vallen.

      Gedupeerde ondernemingen zoals:
      besloten vennootschappen, v.o.f, n.v.,c.v. maatschappen, zelfstandigen, stichtingen etc., komen in aanmerking voor een tegemoetkoming voor:

    3. materiële schade aan vaste activa (volgens Burg.Wetb. 2 titel 9/Regelgeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving dienen daaronder te worden verstaan: de op de balans geactiveerde gebouwen, machines, erfverhardingen, toegangswegen, bedrijfsinventarissen, levende have, gewassen te velde);
      • Of de geactiveerde waarde een rol speelt waar het gaat om de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming, staat niet in de wet.
      • Vaste activa die inmiddels geen deel meer uitmaken van de op de balans genoemde vaste activa (fiscaal afgeschreven bezittingen, leegstaande gebouwen, afgeschreven machines e.d.) vallen - zo lijkt het - niet onder de wet.
      • Motorrijtuigen, particuliere treinen en bedrijfswagons of geprivatiseerde treinen, bussen, tram en metro's voor particulier of openbaar vervoer, containers, schepen, plezierjachten maar ook aanlegsteigers kunnen deel uitmaken van 'vaste activa'. Zo ook beeldende kunst in tuinen, parken en langs de openbare weg. Ook hier lijkt de compensatie rechtsongelijkheid te scheppen tussen particuliere gedupeerden en bedrijfsmatige gedupeerden.
      • Met name 'CASCO' motorrijtuigverzekeringen dekken nadrukkelijk schade die veroorzaakt is door natuurrampen. Na verloop van 3 of 4 jaren vervangt men de verzekeringsdekking doorgaans door een wa/brand/diefstalverzekering. Zeer terecht staat in de memorie van toelichting dat schade aan motorrijtuigen of schepen niet voor vergoeding in aanmerking komt. Alhoewel het risico van schade door natuurrampen dus wel verzekerd was, verkiest men uit economische overwegingen om dit risico niet meer te verzekeren. Het zal wel even duren alvorens de bedrijfsmatige consument dit heeft begrepen.
      • Er lijken nog andere verschillen in de rechten op een tegemoetkoming tussen 'zakelijke' activa en 'particuliere' activa.

        VOORBEELD
        Bezit men een vakantiewoning, garage of partijkruimte en wordt deze verhuurd aan derden, dan lijkt schade daaraan onder de wettelijke regeling te vallen. Gebruikt men deze activa uitsluitend voor prive doeleinden, dan lijken deze bezittingen niet onder de wet te vallen.

    4. schade aan vlottende activa (aantoonbare te activeren vorderingen op debiteuren, handelsgoederen, waardepapieren, geld);
      • Schade aan niet te activeren waarden zoals data in computers, software, archieven en kosten voor de reconstructie daarvan lijken niet onder deze definitie te vallen.
      • Is de hele administratie wegevaagd, dan kunnen ondernemers de schade aan oninbare vorderingen op debiteuren blijkbaar verhalen op de overheid.
      • Particulieren die vorderingen op derden hebben, doch waarvan het bewijs verloren is gegaan, kunnen geen aanspraak maken op een tegemoetkoming. Het gevolg is wederom: rechtsongelijkheid.
    5. financieel verlies geleden door een verminderde opbrengst als gevolg van verlies of beschadiging van gewassen;
    6. financieel verlies geleden als gevolg van verlies of fysieke beschadiging van dieren of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen productiecyclus; Bedrijfsschade geleden door bedrijven die geen gewassen telen of dieren houden, blijkt nadrukkelijk niet onder de regeling te vallen.
    7. financiële schade vanwege opstartkosten, nodig voor het opnieuw opstarten van het productieproces in een installatie; Of deze vorm van tegemoetkoming voor alle bedrijven van toepassing is of alleen voor ondernemingen met een productieproces gericht op het telen van planten of houden van dieren, blijkt niet uit de wet.

      alsmede de:

    8. reis- en verblijfskosten voor zover verschuldigd aan derden;

      voorts - volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels - de kosten voor:

    9. transport, opslag en huisvesting;
    10. opruiming van beschadigde roerende en onroerende zaken die onder de wettelijke regeling vallen;


  5. DE HOOGTE VAN DE TEGEMOETKOMING (artikel 6 van de wet)
    Het wetsvoorstel bevat geen recht op een volledige vergoeding van schade, maar een wettelijk recht op een tegemoetkoming in de geleden schade.
    • De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald volgens vast te stellen regels.
    • De omvang van de schade en de gemaakte kosten dient te blijken uit een schaderapport opgemaakt door een namens de overheid aangestelde deskundige;
    • Bij Ministeriële regeling wordt de hoogte van het eigen risico bepaald; (tegemoetkomingen geschieden altijd onder aftrek van bedoeld bedrag);
    • Bij Ministeriële regeling wordt een drempelbedrag gehanteerd; (geen tegemoetkoming indien de totale schade niet groter is dan......);
    • Bij Ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de hoogte van de tegemoetkoming;
    • Bij Ministeriële regeling kan de omvang van de tegemoetkoming gemaximeerd worden; (Dit kan in de vorm van bedrag, maar ook in de vorm van een percentage of een combinatie daarvan);
    • Indien daartoe aanleiding is, kan een Ministeriele regeling afhankelijk worden gesteld van de omvang van het bedrag dat voor het totaal van de RAMP beschikbaar is gesteld;


  6. HET BEGRIP SCHADE
    Het begrip 'schade' lijkt niet nader te zijn gedefinieerd.

    De vraag rijst dan natuurlijk waar de burger recht op heeft! Wat dekt de wet nu eigenlijk?

    • de kosten van herstel van de schade?
    • het bedrag van de waardevermindering?
    • de kosten van vervanging?
    • de verkoopwaarde 'voor de ramp'?
    • de herbouwwaarde?
    • de antiquarische of zeldzaamheidswaarde (het verschil tussen een oosters tapijt of 'Deventer Pers')?
    • de waarde in economisch verkeer?
    • de verminderde waarde van de op de zakelijke balans verantwoorde omvang daarvan?
    • (indien aanwezig) de vooraf door deskundigen getaxeerde waarde?
    Om te weten welke belangen men nu wel en welke men niet dient te verzekeren, is het van belang dat betrokkenen weten waaraan zij toe zijn!

    Wordt deze duidelijkheid niet verschaft, dan ontstaan de grootst mogelijke conflicten indien b.v. de eigen verzekeringsdekking een schade dekt op basis van herbouw/herstelkosten.

    Voorbeeld:
    Een winkelier sluit een Catastrofe Risico Polis voor gebouwen,inboedel en inventaris voor een totale herbouw/herstelwaarde van fl. 1 miljoen. Jaarpremie fl. 250,- (fl. 175,- inz.natuurrampen plus fl. 75,- inzake andere rampen).

    7 jaar later ontstaat schade door een aardbeving. Zijn schade is fl. 400.000,- op basis van herbouw/herstel van de schade. De afgesloten verzekering dekt de schade tot fl. 250.000,- premier risque.

    De schade-expert van het Rijk stelt de schade vast en de Minister besluit dat er deze keer schade wordt bepaald op grond van het begrip waardevermindering. Voorts stelt hij vast dat er een drempel is van fl. 100.000,- (kleinere schades niet gedekt). Omdat de totale omvang van de schade aanzienlijk is, wordt per rechtspersoon of burger niet meer uitgekeerd dan 75% van de vastgestelde schade. Voorts besluit de Minister tot het invoeren van een eigen risico van fl. 25.000,- per rechtspersoon. De bezittingen van de winkelier zijn deels prive en deels als ondernemer geactiveerd. Hij is dus 2 rechtspersonen.

    Zou hij geen verzekeringspremies hebben betaald, dan zou hij van de overheid een tegemoetkoming ontvangen van b.v. 75% van fl. 150.000,- waardevermindering, minus het eigen risico van fl. 25.000,- . Maar omdat hij zo zorgzaam was om een polis af te sluiten, krijgt hij hier NIETS.

  7. HERSTELPLICHT/HERINVESTERINGSPLICHT?
    En natuurlijk is het van belang te weten of er sprake is van een herstelplicht (gebouwen) of van een herinvesteringsplicht (voor roerende zaken). Kan men in aanmerking komen voor een vergoeding van schade zonder de schade te herstellen. Het is belangrijk om ook op dit punt duidelijkheid te verkrijgen, omdat mogelijk hoge tegemoetkomingen dienen te worden betaald voor zaken:
    • die voor de eigenaar eigenlijk geen waarde hadden en dus niet worden hersteld. Hierbij kan gedacht worden aan de waarde van overcomplete bedrijfsmachines, afgedankte transportmiddelen of verouderde electronica e.d.
    • die niet kunnen worden hersteld zoals antiek, kunstvoorwerpen e.d.
    • waarvan het bestaan niet bewijsbaar is, zoals sieraden, waarden en geld

    Indien de verplichtingen tussen partijen niet nadrukkelijk zijn geregeld, bestaat de kans op grove misbruik, waarvan - natuurlijk - de eerlijke burger weer het slachtoffer wordt. Voor 'handige jongens' is het (net als bij de afschaffing van de WIR) anders een uitstekende gelegenheid om snel en doeltreffend slapend rijk te worden ten koste van anderen die dan een kleinere tegemoetkoming zullen kunnen krijgen vanwege het maximum dat daaraan volgens ministerieel besluit wordt bepaald.

  8. GRONDWET
    Het wetsvoorstel is o.i. strijdig met de beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid worden geweld aangedaan. Ook is er sprake van oneerlijke concurrentie. Voorts mag de Overheid zich o.i. niet bezighouden met het bieden van uitzicht op verzekeringsdekking. Wij durven de stelling aan dat dit wetsvoorstel in strijd is met de grondwet en met het beginsel van de vrijheid op dienstverlening. Het wetsvoorstel verdringt de reeds in gang gezette particuliere initiatieven zonder dat daarvoor enige reden is.

  9. RECHTSZEKERHEID
    Het wetsvoorstel beoogt rechtszekerheid te bieden in combinatie met voldoende flexibiliteit, in die zin dat rekening kan worden gehouden met de specifieke omstandigheden van de desbetreffende ramp. 'Toekomstige gedupeerden moeten zoveel als mogelijk is, van te voren kunnen weten waarop zij kunnen rekenen.' Dat er - naar het zich laat aanzien - toch sprake is van een grote rechtsongelijkheid tussen particulier en bedrijfsmatig bezit, moet zeker niet onvermeld blijven. Dat met name buitenlandse investeerders en grote ondernemingen gewend zijn zich te verzekeren tegen natuurrampen, is onvermeld gebleven. Met name grote ondernemingen kunnen - vanuit financieel opzicht - een grote schade lijden door een natuurramp. Vanwege het ontbreken van het zicht op in het buitenland verzekerde belangen, maakt de kans op rechtsongelijkheid/dubbele vergoeding van schade groot.

  10. CAPTIVE INSURANCE
    Steeds meer ondernemingen verzekeren zich niet bij derden. Zij richten een zgn. 'Captive' verzekeraar op en zij betalen hun premies dus aan de eigen verzekeringsmaatschappij. Aldus hebben deze ondernemingen een beslissende stem waar het gaat om de 'door de maatschappij aangeboden verzekeringsdekking'. Door simpelweg de dekking voor schade door natuurrampen nadrukkelijk uit te sluiten, ontstaat voor deze ondernemingen een ideale situatie waar het gaat om rechten op een tegemoetkoming in de geleden schade.

  11. UITBETALING VAN TEGEMOETKOMINGEN
    Het wetsvoorstel bevat geen regeling waaruit blijkt binnen welke termijn na het indienen van de schaderapportage uitbetaling van een tegemoetkoming mag worden verwacht.

  12. EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE BURGERS
    Uitgangspunt van het wetsvoorstel is ondermeer dat de burgers ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Onderdeel daarvan is nadrukkelijk de zorg voor adequate verzekeringsdekkingen. Toch ontbreekt iedere vorm van enthousiasmering in dit opzicht.

  13. REDELIJKERWIJS VERZEKERBAAR
    In de memorie van toelichting wordt op pagina 15 (bovenaan) nader gedefinieerd wat daaronder zou moeten worden verstaan, t.w.:
    'Indien het risico in het algemeen niet van dekking wordt uitgesloten in polissen van schadeverzekeringen, dan wel het risico verzekerbaar is zonder dat zeer beperkende voorwaarden gelden en/of zonder dat er zeer hoge kosten tegenover staan.'

    Dit is een onbegrijpelijke vorm van oneerlijke concurrentie.
    Deze definitie houdt in dat zowel de particulier als de ondernemer wordt ontmoedigd om zich te specifiek te verzekeren tegen schade door natuurrampen. Het ontbreken van een exacte precisering van 'hoge kosten' maakt het nutteloos om het product 'Catastrofe Risico Polis' nog langer te promoten.

    Immers: op de toekomstige gedupeerde rust geen enkele plicht om zich te verdiepen in de mogelijkheden die er zijn om zich te verzekeren tegen schade waarvoor thans de overheid een tegemoetkoming in het vooruitzicht heeft gesteld.

    Toch biedt het wetsvoorstel de toekomstige gedupeerde geen enkele zekerheid waar het gaat om een recht op vergoeding van zijn schade.

    Het ontbreken van het bieden van zekerheid, de rechtsongelijkheid tussen particulier bezit en bedrijfsmatig bezit en het ontmoedigen van 'zelfverzekerdheid' maakt dit wetsvoorstel o.i. onredelijk.

    Sterker nog:
    'indien de gedupeerde door eigen schuld geen uitkering op basis van zijn verzekering heeft verkregen, kan deze niet terugvallen op het Rijk.'

Met andere woorden:
hij die een verzekering heeft afgesloten en vergeten heeft om de premie voor die verzekering tijdig te betalen, heeft geen recht meer op vergoeding van schade waarvoor zijn buurman wel een vergoeding zal verkrijgen omdat die nooit zo'n verzekering heeft afgesloten.

Naar onze mening werpt dit wetsontwerp uitsluitend nieuwe vragen op, wordt niets opgelost terwijl noch de burgers, noch de bedrijven, noch de verzekeraars met dit wetsontwerp in de hand kunnen ontdekken waaraan men toe is indien dit wetsontwerp inderdaad tot wet wordt verheven.

PLAGIAAT?
Het is overigens opvallend dat het wetsontwerp in bepaalde opzichten opvallende gelijkenis vertoond met de door ons ontwikkelde Catastrofe Risico Polis. Voorheen hadden de initiatiefwetgevingen van de overheid nooit betrekking op:

  • overstroming van slootkanten
  • overstroming van meren e.d.
  • zware ongevallen

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft dit nu ook verwerkt in het nieuwe wetsvoorstel. De Catastrofe Risico Polis dekt dit wel aangezien het streven was om ook de burger in Noordholland, Groningen en Friesland interesse voor het verzekeringsproduct te laten hebben. De Catastrofe Risico Polis dekt ook zware ongevallen van andere orde:

  • bommen uit WO-2
  • terroristische aanslagen
  • overstroming van binnenstad na breuk in openbare waterleiding.

Door de wet ook van kracht te kunnen verklaren voor de algemene term 'zware ongevallen', heeft de Minister thans ook op dat punt het initiatief overgenomen, zonder de zekerheid te verschaffen dat hij dit ook zal nakomen.

MEDEDINGINGSWET
Op 1 januari 1998 trad de nieuwe Mededingingswet in werking. Het toezicht op de naleving van de nieuwe Mededingingswet is in handen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Dit nieuw opgerichte instituut ziet ondermeer toe op de naleving van het kartelverbod. De wetgever maakt o.i. volstrekt misbruik van de bij Lugt Sobbe opgebouwde wetenschap en condities teneinde d.m.v. wetgeving het particuliere inititatief in de kiem te smoren.

In geval van machtsmisbruik mag deze nieuwe autoriteit zich uitspreken en aangezien daarvan in dit geval sprake is, zullen wij een klacht indienen.

EUROPESE HOF
Indien de 1e Kamer zou besluiten om in te stemmen met de wet in deze vorm, dan zijn wij genoodzaakt daartegen bezaar aan te tekenen bij het Europese Hof.

SCHADEVERGOEDING
Het door ons geinitieerde verzekeringsproduct is doorlopend dwarsgezeten door toezeggingen van de Overheid. Zoals gesteld, hebben wij ons verzekeringsproduct geintroduceerd nadat Overheid en verzekeraars openbaar hadden gemaakt dat er definitief geen wettelijke regeling kwam.

Daarna hebben wij kosten noch moeite getroost om ons product bij de burger bekend te maken. En steeds weer wekte de overheid de indruk als zou de overheid (al dan niet in samenwerking met de verzekeraars) werken aan een goede regeling tot schadevergoeding door natuurrampen.

Het is vrijwel hopeloos om als ondernemer een product te verkopen, terwijl de minister doorlopend stelt dat datzelfde product binnenkort gratis wordt aangeboden door de overheid.

En nu blijkt het weer een wassen neus te zijn.

Nog op 9 december 1996 en sindsdien herhaaldelijk, verzochten wij Minister Dijkstal om ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Met name omdat het voor een verzekeraar belangrijk is om te weten wat de plannen van de wetgever zijn.

Pas op 27 januari 1998 heeft Minister Dijkstal (namens hem drs.W.J.Kuijken) de moeite genomen om ons nader te informeren.

Bovenstaande bezwaren zijn inmiddels op 30 januari/9 februari 1998 bekend gemaakt aan de griffier van de 1e Kamer, de heer K. Baart.